Een draadloze netwerkinfrastructuur, of gewoon simpelweg Wi-Fi, is niet meer weg te denken uit ons dagelijks leven. We willen altijd en overal verbonden zijn en daarmee is Wi-Fi één van de nutsvoorzieningen van deze tijd. Of je nu de laatste nieuwtjes wilt kunnen blijven volgen, berichten wilt kunnen lezen of juist om thuis te kunnen werken, voor al deze toepassingen zijn we afhankelijk van een goed werkende Wi-Fi verbinding en hier en daar een Wi-Fi versterker.
Ook zakelijk wordt er steeds vaker gekozen om apparatuur van medewerkers draadloos te ontsluiten, zodat ook zij overal en altijd toegang hebben tot de meest recente bedrijfsdata. Sterker nog, steeds meer apparatuur kan niet eens meer gebruik maken van een netwerkkabel. Helaas gaat het hier in de praktijk vaak mis: de Wi-Fi infrastructuur is niet afgestemd op de nieuwe behoeften van de medewerkers. Hoe komt dit en hoe krijg je als organisatie wel een goede Wi-Fi infrastructuur?
Wi-Fi is een complexe techniek die vele invloeden kent op een juiste werking. Het begint allemaal met de oppervlakte van een bedrijfspand, vaak behoorlijke aantal m2 en meestal op meerdere locaties. In alle hoeken en gaatjes van een pand wordt een verwachting uitgesproken dat er een draadloze dekking moet zijn. Een ander aspect met directe invloed op het wel of niet goed werken van een Wi-Fi oplossing zit in het aantal gelijktijdige apparaten (wel of niet privé) die binnen het netwerk gebruikt moeten kunnen worden. Tegenwoordig is het geen uitzondering meer dat er talloze draadloze apparaten in gebruik zijn die allemaal met het Wi-Fi netwerk verbonden moeten zijn. Voorschriften en regelementen voor de bouw van een bedrijfspand kunnen daarnaast een behoorlijke impact hebben op de kwaliteit van het wifisignaal. Kortom, complexe materie waar je als organisatie rekening mee moet houden.